Bijlagen

Schetsen en prototypes

Foto's van eindproduct

Interviews

Interview bij doelgroep – 20-02-2021

Caroline Comyn

Leeftijd: 35

1. Wat is uw gezinssituatie? (Getrouwd, gescheiden, alleenstaande, hoeveel kinderen heeft u en welke hiervan hebben een visuele beperking, … ?)

We hebben twee kinderen; een meisje van tien en een jongen van zes. Ze hebben allebei LCA. Dat is een aangeboren erfelijke zeldzame aandoening. Het is progressief, wat wil zeggen dat ze uiteindelijk naar 0% zicht gaan evalueren. Momenteel hebben ze allebei een vrij hoge restvisus.

Mijn dochter ziet meer dan 50% in optimale omstandigheden. Onze zoon zit tussen de 10 en de 30%. 

Als je ze overdag in gewone omstandigheden tegenkomt, merk je daar niets aan.

– Hebben ze ergens meer hulp bij nodig? 

Ze zien door hun aandoening echt helemaal niets in het donker. Ons leven is dus enorm gericht op daglicht. We staan daar zelf eigenlijk heel weinig bij stil omdat dat voor ons al heel normaal is.

Echt technische aanpassingen. Onze kinderen zitten allebij in het gewone reguliere onderwijs. Onze dochter gebruikt op school weinig aanpassingen. Ze heeft wel een aangepaste computer, maar daar staat geen specifieke software op.  Ze heeft wel een uitvergroote pijl/muis om mee te werken. Ze zit nu in het 5de leerjaar en we gaan haar vanaf dit jaar voor 75% digitaal laten werken. Ze leest geen braille, ze leest dus gewoon zwarttekst zoals andere kinderen. We merken wel dat dit veel trager gaat, dat ze daar hard aan moet werken en dat dit heel vermoeiender is voor haar. Het meer digitaal laten werken is vooral bedoeld om haar wat meer tijd te laten inwinnen zodat ze niet zo hard visueel moet werken. Ik besteed ook zelf heel veel tijd hieraan. Zodat ze alles heeft om digitaal te kunnen werken. We hebben ook begeleiding van Ganspoel en deze komt ook op school. Onze zoon is net gestart in het eerste leerjaar en krijgt zeer intensieve begeleiding van Ganspoel op school. Hij is wel gestart met braille. We doen dat een beetje op een onconventionele manier hebben we ondervonden, omdat hij ook nog steeds gewoon de zwarttekst leest. Daar hebben we al veel commentaar op gekregen, maar we trekken ons daar voorlopig niets van aan omdat we vinden dat hij zo het beste functioneert. Hij ziet dus nog veel, maar soms is dat zo vermoeiend dat hij tactiel overschakelt. Het braillelezen is voor hem ook een spelletje.

– Dus het is meer een spel om braille te lezen voor hen?

Ja, ik vind het ook belangrijk dat dat gewoon in het dagelijkse leven aanwezig is. Dat je dat echt gewoon in huis hebt. Niet dat dat een rariteit is.

Ik ben heel erg pro braille, maar ik ben daarmee ook al tegen veel muren gebotst. Ik heb samen met Ganspoel al heel hard moeten trekken aan die kar om dat van de grond te krijgen.

Braille is een waanzinnig taboe in Vlaanderen. Als je erover spreekt dan is dat meteen ‘Wooow’, maar wij zien dat gewoon als een vaardigheid zoals Frans of Engels leren. Ik vind dat een vaardigheid die heel belangrijk is. Ik ben ook de eerste om aan die kar te trekken, ten eerste om dat taboe weg te krijgen en ten tweede omdat ik vind dat hij een manier moet hebben om te kunnen communiceren. Ook als hij later helemaal niets meer ziet. Ik vind het heel spijtig dat je daar echt zo hard je best voor moet doen om het gedaan te krijgen.

Ook het feit dat er zo weinig over wordt gesproken, maakt dat het eigenlijk een taboe is. Braille is iets fantastisch, zoals gebarentaal voor doven. Ik vind het zo erg dat daar zo… Ik noem dat ‘de braille olifant in de kamer’. Als het nu gewoon aanwezig zou zijn in het dagelijkse leven en meer frequent, dan wordt het een normaliteit en dan is het niet meer zoiets raars.

Je moet natuurlijk wel wat barrières over. Als ouder is dat wel wat confronterend ook.

– Hebben jullie er moeite mee om te verbeteren wat hij aan het lezen is in braille?

Dat is niet gemakkelijk en je moet daar wel wat voor werken. Mijn man snapt het systeem ondertussen ook, ik heb mij er iets meer in verdiept. Ik kan het niet lezen in braille, dus ik lees het visueel en ik moet het vertalen

– Bestaan er geen verhalen waarbij de tekst bij het braille staat zodat je dat op die manier kan verbeteren?

 Nee, je moet eigenlijk alles zelf opzoeken. Nu hebben we voor het huiswerk wel een fantastische GON-begeleidster. Zonder haar zou het echt een hel zijn om hierdoor te komen. Ze is ook zo geweldig ingespeeld op de situatie. Het huiswerk krijgt hij bijvoorbeeld mee in braille. Alle boeken zijn ook omgezet en daarnaast zit ook het ziende boekje erin voor mij, zodat ik ook mee kan volgen. Ik kan natuurlijk al wel wat woorden zo visueel meelezen, maar als het te veel tekst wordt dan kan ik ook niet meer volgen. De GON-begeleidster voorziet dat natuurlijk ook allemaal en ook de juf in de klas, want het is gewoon onderwijs, is daar ondertussen ook op ingespeeld. Je bent wel echt afhankelijk van de goede wil en van de inzet van uw leerkracht en uw zorgondersteuners om dat tot een goed einde te laten lopen. Als zij er niet zijn, of het niet aanreiken dan is dat er ook niet.

Als ouder zijn we zelf vrij mondig en geïnformeerd, maar niet iedereen is zo. Niet iedereen heeft toegang tot al die kanalen en niet iedereen heeft de capaciteiten om dat uit te zoeken. In dat opzicht merken we wel dat er een groot gat zit in de markt. Ik kan me bijvoorbeeld inbeelden dat anderstaligen met slechtziende kinderen het allemaal nog veel moeilijker hebben.

– Het idee voor mijn boek is om kleine zinnetjes in braille te zetten, maar daaronder ook de tekst te zetten.

Voor ons zou dat geen goed idee zijn, waarom? Omdat onze zoon de twee leest. Ik bied deze ook echt apart aan zodat hij ook echt 100% braille leest. Ik vind het belangrijk dat hij dat goed onder de knie heeft en dat hij dat op een juiste manier leest. Onze persoonlijke situatie is natuurlijk wel heel uniek, maar dat is natuurlijk niet zo voor iedereen. Voor ons zou dat niet zo handig zijn, ik zou dat liever apart willen hebben. Felix is een multi-user zoals ze zeggen. Wat betekent dat wat hij ziende mist, hij tactiel gaat aanvullen. Dit eindigt ook vaak in twee dingen half doen. Daarom dat we ze eigenlijk consequent naast elkaar aanbieden en niet mixen met elkaar, educatief gezien. In het dagelijkse leven is dat niet zo natuurlijk. Als hij tekst ziet en hij leest dat, dan is dat ook prima. Dat is nu net het pluspunt.

 

De nood om de twee dingen naast elkaar aangeboden te krijgen is enorm groot. Ga naar de bib, er is niets. Je kan niets vinden of je moet al heel België afgaan of mailen om te vragen of ze ergens een braille boek beschikbaar hebben. Dat is dus niet zo.

2. Kreeg u in het verleden reclames/promoties over voorleesboekjes of leren lezen boekjes voor iemand met een visuele beperking?

Zo ja, op welke manier? Weet u nog van welk bedrijf/organisatie dit kwam? Vond u deze manier van promoten goed? Waarom wel/niet? Wat kon er beter?

Indien nee, waarom denkt u dat u geen reclame/promoties hierover krijgt? Stoort het u dat dit niet krijgt? Zijn er eventueel dingen die u hieraan zou willen veranderen? Via welke kanalen zou u deze reclame/promoties

Ik heb dat echt nog nooit, maar dan echt nog nooit gezien. Ik moet wel toegeven dat we zelf zijn beginnen zoeken waar we wisten dat we wel boeken en materiaal konden vinden. In Nederland vind je dus wel dingen. Bijvoorbeeld PrentenboekenPlus, daar hebben ze boxen die ze verzenden en we voor een bepaalde periode kunnen gebruiken. Dat is ook een boek waarin je het verhaal in braille hebt, maar ook de zwarttekst. Je krijgt ook het gewone leesboek. Het is eigenlijk een soort educatief pakket voor de juf in de klas. Meestal zit er dan ook een voorwerp bij in om dat verhaal uit te leggen. Daar hebben we wel twee jaar gebruikt van gemaakt. Alleen ondervind ik dat dat op een bepaald moment het intellectueel niveau niet meer volgt. Dat is dus ook een heel groot gat.

3. Uit mijn onderzoek is gebleken dat boekjes voor kinderen die blind of slechtziend zijn in België schaars zijn. Kan u mij uw bevindingen hierover vertellen?

We hebben ook heel veel plezier gehad aan de boekjes van Nijntje en Muis, wat contrastgewijs goed zit. Die boeken zitten ook juist in elkaar voor slechtzienden omdat het allemaal heel duidelijk en visueel is. Van zodra de slechtziende 6 of 10 jaar wordt, dan is er ineens niets meer. Dan zijn er geen boeken meer die op dat niveau zitten. Met PrentenboekenPlus overschrijdt dat op een bepaald moment ook de leeftijd. 

We hebben bijna twee of drie jaar op tactiel werken geoefend, al van in de kleuterklas dankzij Ganspoel. Gewoon om zijn vingers te treinen. Met allerlei spelletjes en heel spelenderwijs, bij wijze van spreken tussen de soep en de patatten door. Dat zorgt er dus voor dat hij dus wel echt tactiel is ingesteld. Maar er ontbreekt toch iets bij veel van die dingen en het braille dat bij PrentenboekenPlus wordt gebruikt is echt bedoeld voor volwassenen. Dat is niet toegankelijk voor iemand die net leert lezen.

Er is ook een heel groot verschil tussen begeleiders die werken met kinderen of volwassenen.

De Markgrave is een heel goede organisatie voor volwassenen die vaak ook nog een dubbele beperking hebben, maar ze gaan minder goed om met kinderen. Ze hebben hierin een groot gat aan kennis, je voelt echt dat ze geen vertrouwen hebben op dat gebied.

Als je dus geen goede begeleiding hebt, sta je met je rug tegen de muur. Je hebt geen informatie, niemand deelt iets, je moet alles zelf uitzoeken. Ik weet ook niet hoe je een blind kind moet leren lezen.      

4. Wat zijn de noden van u en uw kind wanneer het gaat over leren lezen boekjes?
Wat zijn de noden van u en uw kind wanneer het gaat over voorleesboekjes?

Vooral iets dat stevig is van materiaal.

Voor kleuren is dat een heel moeilijke, omdat je zo veel verschillende soorten kleurenblindheid hebt. 

De link tussen het ziende en het tactiele vind ik ook een heel belangrijke. Een boekje tactiel maken is meer dan Nijntje een schapenwollen jasje te geven. Ik denk dat je dat ook op leeftijdsniveau kan doen. Daar zit denk ik ook een groot gat. Dat maakt de brug tussen zien en braille ook kleiner. Hier zit ook nog een grote tekortkoming, omdat je van het zien naar het braille gaat, maar er zit niets tussenin.

Contrast is ook wel belangrijk. Heel veel kinderboeken hebben waanzinnig slechte prints. Allemaal pastelkleuren of tussenkleuren, die kan je niet omzetten in grijswaarden. Studio 100 is de hel voor kinderen met een visuele beperking. Al die kleuren is één pot nat. Dingen die je in een heel duidelijk contrast kan omzetten is super belangrijk.

– Wat bedoel je juist met grijswaardes?

Sommige kleurenblinden zien eigenlijk alles in een grijswaarde. Elke tint of toon wordt omgezet in een grijstint. Als je dan pastelkleuren hebt is dat voor een slechtziende allemaal hetzelfde. Als dat in duidelijke contrast kleuren staat kan je dat omzetten in een grijsschaal waarbij je veel contrast hebt tussen de verschillende delen. Dan kunnen ze ook beter een beeld vormen bij wat er op de prent staat.

Felix heeft bijvoorbeeld heel weinig kinderboeken gekeken toen hij klein was, gewoon omdat daar niets in stond voor hem.

– Dus eigenlijk zou je moeten starten met grijswaardes voor het opstellen van je boek.

Dat zou al een goede start zijn inderdaad.

Minder drukke achtergronden is ook erg belangrijk. Als je een groot bladoppervlak hebt en er staan veel kleine dingen op, dan is dat voor een slechtziende een hel om iets te traceren op het blad. Als er één ding duidelijk op staat is dat veel makkelijker. Dat zie je ook bij de tekeningen van PrentenboekenPlus, die tekeningen zijn vaak vereenvoudigd. Dat is wel iets goed.

Vaak staat er bij PrenteboekenPlus ook een duidelijke lijn rond.  Dat hebben we in de kleuterklas ook vaak gedaan. De gewone tekeningen van de kinderen werden met een dikke stift omlijnd zodat ze wisten wat ze moesten kleuren.

Het boek mag niet te klein zijn, maar ook niet te groot anders moeten ze te lang scannen op de bladoppervlakte.

Het is ook belangrijk dat de braille aanwezig is.

Het boek zou ook toegankelijk en makkelijk vindbaar moeten zijn. Vaak is dit ook een probleem, omdat die dingen niet op de markt geraken of omdat niemand weet dat ze er zijn. Bij Transcript ook, je weet niet of je er nu naar moet bellen of mailen.

– Ik heb in mijn onderzoek ook gemerkt dat het grootste probleem de drukkosten zijn voor een boek met braille.

Ja, inderdaad. Het enige concept dat ik kan bedenken, is als je een soort instapklaar huurplatform maakt, waarbij je misschien ook verschillende noden kan bedienen. Ik denk dat daar echt wel nood en vraag naar is. Als het er zou zijn zou het zeker gebruikt worden.

 

– Iets dat dus aangeboden kan worden en erg laagdrempelig is met een degelijke prijs.   

Ja, misschien dat je iets kan doen met een abonnement waarbij je maandelijks een bedrag betaalt en dat je er gebruik van kan maken zoals bij de bib. Ik denk dat dit perfect mogelijk moet zijn. Nu zijn er maar X aantal bibs in België waar je eventueel eens een grootletterboek kan krijgen. In Nederland bestaat er een site: passend lezen, je bestelt en twee dagen later heb je het thuis. Die grootletterboeken liggen geprint voor de deur.

5. Welke verwachtingen hebt u voor zo een boekje?

Het taboe rond braille doorbreken. Dat zou ook helpen bij het systeem van inclusief onderwijs. Onze kinderen zitten in het gewone onderwijs. Zij zitten daar perfect op hun plaats, ze hebben ook geen meervoudige beperkingen. Ik weet dat mijn kinderen door die visuele beperking enkel technische aanpassingen nodig hebben en ook moeten doorvoeren in de klas. Vaak betekent dat ook dat je een leerkracht over de drempel moet helpen. Als ze het dossier van mijn kinderen lezen en zij zien die aandoening staan, dan flippen ze. Dan denken ze: ‘Help er komt een blinde in mijn klas, wat moet ik daar nu weer mee?’. Dan is het belangrijk dat je ze gewoon goed informeert. Hoe meer informatie en materiaal er beschikbaar is, hoe minder groot de drempel wordt. Het feit dat mijn kinderen in het reguliere onderwijs zitten met hun braille boeken is nog meer een plus, want dat maakt het minder een rariteit.

Felix heeft ook een schoolset met bijvoorbeeld een camera. In het begin dacht ik dat hij daarmee gepest ging worden, maar na een week ziet niemand dat nog staan. Zijn klasgenoten weten dat hij minder goed ziet en dat is het dan ook.

6. Welke belemmeringen komt u tegen?

De toegankelijkheid. Niet gemakkelijk informatie terugvinden.

7. Zijn er dingen waar u zelf aan denkt die beter moeten/ veranderd moeten worden?

De brug tussen de twee mis ik echt.

Braille wordt volgens ‘de regels’ pas aangeleerd op het moment dat je echt niets meer ziet. Dan wordt dit bijna in spoedtempo aangeleerd. Volgens mij is dit echt een trauma voor de kinderen. Je hebt al een trauma wanneer je merkt dat je zicht zodanig achteruitgaat dat je niet meer kan lezen en dan moet je ook nog eens braille leren lezen. Ik kan me daar echt geen voordelen bij inbeelden. Het vroeger kunnen aanbieden of het toch in de omgeving te hebben, dat is wel van enorm belang.

– Kan u een specifiek voorbeeld geven van de brug tussen ziend lezen en tactiel lezen en hoe dit kan worden uitgewerkt?

Braille is eigenlijk nog niet aanwezig in het dagelijkse leven, ook niet in de media. Met geluk heb je eens ergens een liftknop waar braille bij staat. In museums bijvoorbeeld wordt er heel weinig gedaan voor blinden en slechtzienden of dan is het heel speciaal en moet je ernaar vragen. Het gewoon meer aanwezig hebben in de omgeving en dat er meer wordt over nagedacht, zou al helpen. Bijvoorbeeld bij het ontwerp van een nieuw gebouw voor een museum, je kan toch bedenken dat daar misschien ook eens een slechtziende of blinde in rond zou kunnen lopen? Ik denk dat dat daar de brug al zit. Zoals je bij het nieuws iemand hebt die het in gebarentaal doet.

Dat vind ik dat echt mist in deze wereld.

Onze kinderen doen heel veel automatisch tactiel, zonder dat iemand anders daarbij stilstaat of überhaupt opmerkt. Het is ook een automatisme geworden.

Het braille meer aanwezig hebben in het straatbeeld is, denk ik, de grootste manier om die brug te creëren. Of toch ook in het openbare leven, op allerlei manieren. 

– En in de zin van een boekje?

Een prent kan je ook tactieler maken door bijvoorbeeld te werken met niveaus in papier. Voelbare structuur aanbrengen in je boek. Nadenken over papiersoorten, een slechtziende is daar ook erg gevoelig aan. Er zijn te veel verschillende soorten kleurenblindheid om daar een algemeen systeem in te kunnen steken. Dan is de makkelijkste manier, denk ik, overstappen naar een tactiele oplossing. Bijvoorbeeld; wanneer onze kinderen iets uit hun boekentas halen doen ze dat puur op gevoel omdat ze in die boekentas niet kunnen kijken. Als het vinden van spullen moeilijker is dan lossen we dat altijd tactiel op door er, bijvoorbeeld, iets aan te hangen dat herkenbaar is. Dat is een manier van tactiel werken. Of bijvoorbeeld elk boek een ander soort kaftje geven, ik zeg maar iets. Het zit vaak in kleine oplossingen. Onlangs is er ook een lego spel op de markt gekomen met braille. Dat vind ik ook fantastisch. Dat is de brug tussen het gewone en de wereld van de visueel beperkten. (Anno mei ’21 hebben ze deze lego set kunnen krijgen, maar het blijkt dat je deze niet zomaar kan bemachtigen. Je moet kunnen bewijzen dat je blind bent. Dit zorgt dan weer duidelijk voor een separatie.) 

– In mijn onderzoek heb ik gemerkt dat wanneer je je boek echt tactiel maakt met voelstructuren, het nog onbetaalbaarder is dan gewoon braille of reliëf te gebruiken. Aangezien dit ook allemaal handwerk is, is het onmogelijk om deze optie open te houden om onderzoek te doen naar het op de markt brengen van dit product.

Ik snap dat je daarmee tegen een muur loopt. Het is absoluut niet eenvoudig.

– Mijn idee is dan ook meer om met reliëf te werken. Zodat de lijnen voelbaar worden gemaakt.

Ik denk wel dat dit al een heel goed startpunt is. Als je bijvoorbeeld een olifant hebt afgebeeld en dat is omgezet in één: een sterk contrast en twee: een goed reliëf, dan zijn we al heel ver. Dat is er momenteel ook bijna niet.

 

Je kan ook geen overkill doen aan allerlei tactiele materialen, want dan wordt het misschien weer niet overzichtelijk.

 

Ik snap ook dat dat niet makkelijk is. Als je gaat spreken van handwerk, dan zit je terug aan een boek van 100 euro die niemand nog moet hebben

– We moeten dus ook onderzoek doen naar het op de markt brengen van zo een boek.

Ja, je zou misschien kunnen beginnen met een instapmodel waarbij je contrast al goed zit en er een opstart is naar braille toe bijvoorbeeld. En stel dat je dat dan in een commercieel platform giet, dat je dan daarnaast nog een extra tactiel pakket kunt krijgen aan een bepaalde meerprijs. Misschien zou je die tactiele pakketten dan ook kunnen personaliseren of afstemmen op de noden van de specifieke doelgroep.

– De bedoeling nu is ook vooral om dit ene boekje te maken, dit is wel iets wat ik kan meenemen. Het thema van het boek staat ook al vast dat zijn de seizoenen, omdat dit sowieso ook al mist.

Ja, dat klinkt super. Vooral een leren lezen boekje, denk ik dat er niet nog niet is.   

7. Is er verder nog iets dat u wilt meegeven?

In het eerste leerjaar zie ik de kinderen wel vaak naar huis komen met letterspelletjes om kinderen spelenderwijs vertrouwd te laten raken met de letters. In de plaats van een alfabet met braille en zwarttekst zou je misschien iets kunnen maken zoals een memorie spel. Ik denk ook niet dat dat erg duur moet zijn en ook toegankelijk moet zijn.

Wanneer we die brailleboekjes mee naar huis krijgen dan wordt je daar niet zo vrolijk van. Dat is gewoon één groot boek vol met braille. Daar zie je niets op. Ik leg dan ook dikwijls, als hij de zinnen heeft gelezen, het originele boekje ernaast of ik zoek zelf iets dat erbij past. Het is soms ook een beetje ontmoedigend. Het lijkt door het braille ineens heel veel tekst, en dan hebben ze er al minder zin in om er aan te beginnen. Het is een saai boek, er staan geen prentjes in. Niet dat hij de prentjes makkelijk kan onderscheiden, maar dat maakt het zeker niet aantrekkelijk. Een speling in het reliëf van het papier zou zeker al eens een verademing zijn.

 Ik zou ook graag echt een combinatie willen maken in de functionaliteit van het boek in dat opzicht dat ik het ook mooi wil maken om naar te kijken voor een ziende of zelfs een slechtziende, maar ook iets dat functioneel is voor een blinde.

Ja, dat is inderdaad iets waar nu echt nul aandacht aan wordt besteed. De Ziezo beurs is daar echt een schoolvoorbeeld van. Daar kan je alle technische apparatuur vinden. Maar, om daar als ziende mens naartoe te gaan is de manier om je te ontmoedigen om daar iets over te leren. Dat is het meest deprimerende dat ik ooit heb gedaan. Dat die dingen onaantrekkelijk mogen zijn omdat ze het toch niet kunnen zien of ervaren. Dat is dus de grootste kwatch ever. Zij voelen dat aan en ze merken dat aan alles. Het is niet omdat je niet goed kunt zien dat je dingen niet visueel aantrekkelijk moet maken. Integendeel zelfs.

Ja daar wil ik echt wel op inspelen. Ik wil het maken zodat een gewoon ziend kind dit boek zelf zou kunnen oppikken om in te bladeren of in te lezen.

Ja, zo zou het moeten zijn. Dat het boek gewoon in een bib te verkrijgen is. En ja, daar staat braille in, maar so be it. Het is belangrijk dat iemand anders ook naar dat boek kan grijpen.  

Ik denk ook niet dat je kan streven naar een boekje dat perfect op de twee werelden aansluit, en dat is ook geen probleem. Zo werkt de wereld ook niet. Ik kan geen perfecte wereld creëren voor mijn slechtziend kind. Ik kan ook niet elk materiaal weren dat hij of zij niet kan zien. Zo werkt het niet. Bepaalde dingen zien ze, andere dingen zien ze niet. Dat is dan maar zo.

Ik denk ook dat het geen probleem is als er dingen in staan die ze niet kunnen zien. Dat is dan zo. Dat is eigen aan een aandoening. De brug tussen de twee is veel belangrijker dan perfect aan de noden van één bepaald kind voldoen. Dat kan ook niet werken. Dat is ook de vraag niet. Ze pikken altijd van alles iets op. Je kan nooit ideale omstandigheden creëren of iets creëren dat voor iedereen perfect werkt. Dat lukt niet. PrentenboekenPlus is ook niet perfect. (lach)

Interview met de auteur van Rare snuiters – 24 mei ’21

Interview Jan Dewitte

1. Waarom koos u voor dit concept bij Rare Snuiters?

Dat is eigenlijk een beetje vanzelf gegaan. Ik heb voor dat boek samengewerkt met Freya Vlerick, een illustrator die toen nog aan het studeren was, en zij moest een masterproef maken. Daarvoor moest ze een praktisch werk maken. Zij wou een prentenboek ontwerpen voor blinde kinderen dat ook voor ziende kinderen mooi was. Dus de twee doelgroepen blinde en ziende kinderen verenigen in één boek. Vanuit mijn ervaring bij Licht en Liefde heb ik haar gezegd dat de slechtzienden ook niet vergeten mochten worden. Dat is ook een belangrijke groep, er zijn meer slechtzienden dan blinden.

Dus dan hebben we besloten om één boek te maken voor al die doelgroepen tegelijk.

Dikwijls wordt er, bijvoorbeeld als je naar een tentoonstelling gaat, een extra bundeltje gegeven voor mensen die braille lezen met uitleg. Of er is een speciale koffer met voelmateriaal voorzien voor de blinde mensen. Voor slechtzienden zijn het dan teksten met grote letters. Wij wilden niet dat de blinden en de slechtzienden apart materiaal zouden nodig hebben bij ons boek, maar dat iedereen het gewoon kon gebruiken en de lezers op die manier ook van elkaar zou kunnen leren. Dat het evident zou worden dat er mensen zijn die op een andere manier kijken, bijvoorbeeld met hun vingers door te voelen. Of mensen die grotere letters nodig hebben of goede contrasten. Dat ze spelenderwijs elkaars wereld leren herkennen en begrijpen, maar ook dat ze samen dat boek kunnen gebruiken.

Dat is hoe het concept vanzelf is gegroeid.

2. Zijn er bepaalde specifieke beslissingen genomen in verband met de opmaak van het boek? Wat precies en waarom?

We wilden een zo breed mogelijk publiek bereiken en daarom hebben we bijvoorbeeld in de keuze van de gedichten en in het concept van de tekeningen zo breed mogelijk proberen te werken. De gedichtjes zijn niet zo moeilijk, maar ook niet tegemakkelijk. Er zitten soms dubbele bodems in die de jongste kinderen er nog niet uit halen, maar oudere lezers wel. Ook de tekeningen zijn aantrekelijk voor alle leeftijden.

Het is dus een beetje een meegroeiboek dat je op verschillende leeftijden kan gebruiken.

Vaak zijn prentenboeken bedoeld voor een heel specifieke leeftijd. 

We hebben er ook voor gekozen om de teksten niet volledig om te zetten in braille, om te voorkomen dat het boek door het brede publiek wordt beschouwd als enkel voor blinden. In de inclusieve context was audio een grote meerwaarde. We hebben ook kleine tekstjes in braille in het boek gezet, die iedereen kan ontcijferen.

3. Hebben jullie dat concept ook getest? Indien ja, hoe?

Ja, wij hebben verschillende blinde en slechtziende kinderen en volwassenen geraadpleegd als we prototypes hadden, maar ook in de ontwerpfase. Als we ideeën hadden hebben we die mensen geraadpleegd. Bij de kinderen zie je onmiddellijk als ze iets uittesten hoe het meevalt, ze zijn daar erg spontaan in. Bij volwassen kan je beter een concept, voor het gerealiseerd is, aftoetsen. Zij kunnen dat beter inschatten en ze kunnen het ook beter uitleggen.

We hebben deze twee groepen geraadpleegd van het begin tot het eindproces.

– En dat sloeg meteen aan? Hebben jullie veel moeten aanpassen? 

Ja, we hebben wel wat dingen moeten aanpassen. Bijvoorbeeld bij de voeltekeningen hebben we gemerkt dat de voellijnen en -puntjes niet te dicht tegen elkaar mochten staan. Als je te veel dingen in reliëf wil zetten – je zou soms denken: hoe meer reliëf, hoe beter – wordt het minder efficiënt. Het werkt beter als je minder details in reliëf zet en heel duidelijk de verschillen maakt in hoe je het doet. Het reliëf zal dan veel beter gevonden en begrepen worden.

Daarom hebben we ook ons concept met voelen uitgebreid met die CD erbij. Nu zou dat natuurlijk geen CD meer zijn, dat was tien jaar geleden. Nu zou dat een QR-code zijn voor smartphones.

De CD geeft uitleg. We noemden dat de GPS. Het is dus een beschrijving die helpt bij het voelen. Zoals in de auto de GPS vertelt: “Aan de volgende rotonde tweede afslag naar rechts”, zegt de CD: “Als je aan het einde van het stippenlijntje bent, dan voel je een cirkel en dat is het oog van het dier”.

Door voelen en luisteren te combineren is het ook gemakkelijker voor de ziende kinderen om te voelen, want blindekinderen zijn daar beter in door veel te oefenen. Blinde kinderen kunnen soms dingen voelen dat je niet kunt geloven hoe ze het doen. Voor ziende kinderen zijn de prenten in het boek veel moeilijker om op het gevoel te interpreteren. Zonder de CD zouden zij het veel sneller opgeven. Met wat hulp van de CD lukt het wel.

– Was het zo dat de CD echt nodig was bij het boek of kan het ook worden weggelaten?

Ja, wij vonden dat dat echt nodig was. Dat kwam ook doordat Freya tekeningen maakte zoals een gewone illustrator tekeningen maakt. Als je voor blinde mensen een voeltekening maakt van bijvoorbeeld een olifant, dan ga je ervoor zorgen dat die slurf duidelijk voelbaar is, het oor, de vier poten, de staart en de rug. Dan ga je die olifant in profiel weergeven en volledig. Maar een illustrator van een kinderboek werkt zo niet. Wij hebben in het boek bijvoorbeeld een octopus en er zijn daarbij maar twee of drie armen uitgewerkt. Als je ziet dan herken je dat dier door het hoofd en de armen en je weet dat dit dier acht poten heeft, maar als je blind bent en je voelt twee armen dan kan je nooit raden dat het een octopus is. Freya wou op die manier ook tonen hoe een illustrator werkt, we vonden het belangrijk dat blindekinderen dat konden ervaren. Maar dan heb je zeker de uitleg op de CD nodig om alles te kunnen begrijpen en te voelen.

– Dus het was eigenlijk een oplossing voor de manier waarop de illustraties zijn gemaakt?

Ja. Intussen bestaan er nieuwe systemen om bijvoorbeeld kunstwerken in musea weer te geven via reliëf. Die werken ook met een combinatie van reliëf en luistertekst. Bij kunstwerken moet er zodanig veel weergegeven worden, het gaat niet alleen over de dimensies maar ook over kleuren, over sfeer, dat je daar ook noodzakelijk uitleg bij nodig hebt. Dus ik denk dat in het algemeen, tenzij het een heel simpele tekening is, het altijd nuttig is om voelen en horen te combineren.

– Vooral voor blinden ook dan?

Voor iedereen!

4. Ik vermoed dat de druktechniek die jullie hebben gebruikt spot-UV lak was? Waarom hebben jullie voor die techniek gekozen en hoe is dat verlopen?

Ja. Bij ons heette dat silkscreen, maar dat is hetzelfde.

– Ja.

Dat was op dat moment het enige dat haalbaar was voor ons. Want Freya had bij haar prototype met een prikpen gewerkt in dik stevig papier. Dat is eigenlijk nog beter voelbaar en leuker om te voelen voor blinde kinderen. Maar je kan het moeilijk toepassen, want je moet natuurlijk machines vinden die dat kunnen prikken. Dan staan er op de keerzijde van je blad putjes, moet je twee bladzijden tegen elkaar plakken en door de pagina’s dan tegen elkaar te drukken, druk je de puntjes plat. Deze techniek was dus eigenlijk onmogelijk.

Dus dan dachten we dat we met een systeem moesten werken met reliëfinkt. Het voordeel van die silk screen was dat die doorzichtig is en je kunt er zowel puntjes als lijnen en vlakken mee weergeven. Het lijkt dan alsof die lak gekleurd is, maar dat is gewoon de onderliggende druk. We hebben met deze techniek ook geprobeerd om hier en daar ook een mooi effect te geven voor de zienden.

In eerste instantie zijn we daarvoor in Polen terechtgekomen, in Krakau. Dat waren mensen die een speciale silkscreen-techniek ontwikkeld hadden voor blinden. Het was extra hoge lak. Ideaal, maar die firma is na de eerste druk failliet gegaan en hebben we een andere drukker moeten zoeken. We zijn dan in Amsterdam terecht gekomen. Daar werken ze wel met de gewone techniek van silkscreen dus dat is minder dik en minder duidelijk voelbaar. Op dat moment vonden we niets anders dat haalbaar was voor ons om te gebruiken.

Nu is er een nieuw systeem gekomen waarbij je eigenlijk met heel veel laagjes op elkaar (soms zelfs 80) kan printen en zo kan je variëren in dikte.

Vroeger was het zo dat als je een klein puntje maakte, het ook minder hoog was; als je een dikke bol maakte dan was diehoger. Op een bepaald moment bereik je het maximum.

 

We gaan bij Licht en Liefde waarschijnlijk ook zo een nieuwe machine kopen om dat te kunnen toepassen. Ons boek isdie tien jaar altijd de norm is geweest, maar nu komt er iets nieuws en wij hadden dat toen niet, maar hadden we dat toen gehad dan hadden we dat zeker gebruikt. Vooruitgang betekent dat er op een bepaald moment iets nieuws komt dat beter is dan het oude. Gelukkig maar!

– In België is het ook heel erg moeilijk om drukkerijen te vinden heb ik ook gemerkt.

 

Inderdaad. Wij hebben ook lang gezocht. Het was natuurlijk ook zo dat ons boek een redelijk groot formaat is met vierkleurendruk, op speciaal papier en met extra vernis. Dus dan moet je ofwel een drukker vinden die dat allemaal kan doen of je moet een drukker vinden die dat kan uitbesteden aan een andere drukkerij die het reliëf erop drukt, waarna het boek in de eerste drukkerij gebonden kan worden.

De combinatie maakte het moeilijk. Meestal dient silkscreen voor visitekaartjes met een beetje braille of ander reliëf erop, wat veel gemakkelijker is. In een straal van 30 kilometer zou je dan waarschijnlijk wel een drukker hebben gevonden die dat kon doen.

Het moest ook perfect zijn. Voor de veiligheid van de kinderen was het bovendien belangrijk dat die puntjes niet zomaar zouden loskomen. Het is nog altijd een boek voor kinderen en die kunnen het in hun mond steken …

– Weet u dan toevallig ook of dat dat kan loskomen met andere soorten lakken?

Dat hangt waarschijnlijk af van de ondergrond, het papier waarop gedrukt wordt.

Er is ook verschil tussen kinderen en volwassen in het voelen. Volwassenen gaan daar gewoon met hun vingers over. Kinderen zien die puntjes staan en gaan er soms aan krabben. Als je heel hard krabt krijg je dat waarschijnlijk toch los. Daar kan niemand rekening mee houden, maar als je het op een normale manier gebruikt dan zal het zeker niet kunnen loskomen.

5. Op welke manier of hoe hebben jullie Rare Snuiters op de markt gebracht en hebben jullie hier eventueel een campagne rond gemaakt?

Wij hebben samengewerkt met uitgeverij Poëziecentrum in Gent.

We hebben eerst gezocht bij gewone uitgeverijen van prentenboeken zoals De Eenhoorn in Wielsbeke. Zij waren heel geïnteresseerd, maar ze vonden het te duur. Ze moesten er een minimum van winst uit halen en dat lukte niet tenzij ze het boek heel duur zouden maken, maar dan zouden de mensen het ook niet meer kopen. Dat was een marktoverweging, dat de prijs ook niet te hoog mag zijn.

Commercieel was het dus niet, en dat is een beetje de tragiek van inclusieve boeken. Zeker omdat ons taalgebied ook klein is. Zouden we in China zitten, dan zou dit waarschijnlijk al haalbaarder zijn. 

Poëziecentrum was heel geïnteresseerd omdat het ook een poëzieboek is. Zij hadden contacten met boekhandelaars en de boekenbeurs.

We hebben een speciale regeling getroffen. Wij waren in feite zelf de uitgever bij Licht en Liefde: wij droegen al de kosten en de risico’s. Poëziecentrum verbond er zijn naam en expertise aan om het boek ook bij de boekhandels te krijgen. Het probleem was dan dat de boekhandels natuurlijk ook een winstmarge vroegen. We moesten dan eigenlijk met verlies werken omdat we moeilijk de prijs konden verhogen: dan was die te hoog. Die prijs was min of meer de kostprijs van het boek en dan moesten we nog boekhandelsmarges toestaan… We hebben ook subsidies gekregen, maar die hadden we beter voor anderen dingen kunnen gebruiken..

We hebben dat dus wel een jaar gedaan en zijn op die manier ook op de boekenbeurs geweest. Zo hebben we natuurlijk wel heel veel mensen bereikt. Heel veel mensen hebben het boek daar leren kennen.

Het is niet evident om op een andere manier te werken omdat Licht en Liefde zelf geen uitgeverij is, we hebben geen agenten, we hebben ook geen andere mogelijkheden om het onder de mensen te brengen.

Nu gaat dat nog moeilijker met de wet van de privacy. Je vindt de adressen van de scholen vaak al niet meer online en je krijgt ze ook niet. Als wij probeerden om mails te sturen dan kregen we meestal een mail terug met ongelezen of een standaard mail met ‘gelieve ons geen mails meer te sturen’ of ‘we werken via een vaste boekhandelaar’.

Wanneer ik zelf naar een school (of beurs) ging om ons boek te tonen aan de directie dan kochten ze dat heel vaak,omdat je het dan fysiek kan tonen en laten voelen. Je enthousiasme en kennis speelt dan ook een enorme rol. Je kunt dan alle uitleg geven. Dan zijn ze meteen overtuigd. Van op afstand werkt dat moeilijk met zo’n heel aparte, ongewone uitgave.

Dat was toen zo en is nu nog steeds een beetje het grote probleem van het boek.

Er is nochtans een enorm potentieel. We hebben het boek ook in het Frans en in het Engels. In een groot deel van de wereld zou dit boek enorm goed gebruikt kunnen worden. Er zijn ook veel schoolbibliotheken die nood hebben aan inclusieve boeken en niets liever zouden willen dan weten waar ze zo een boek zouden kunnen vinden, maar wij hebben niet de mogelijkheid om die bibliotheken en die scholen te bereiken. Dat is heel frustrerend en heel moeilijk op te lossen blijkbaar.

– Dat is inderdaad ook een groot probleem.

Dat is inderdaad een nog groter probleem dan het boek maken.

We hebben verschillende jaren aan ons boek gewerkt. Dan denk je, blinde mensen hebben elke dag hinder met obstakelswaar ze niet anders kunnen dan die overwinnen. Anders kunnen ze niet leven, kunnen ze niet buitenkomen. Wie zijn wij dan om te zeggen dat de hindernissen te groot zijn, dat we het boek niet kunnen uitgeven omdat het te duur is of te moeilijk. Wij hebben dus doorgezet, maar dan heb je het boek en dan kom je nog grotere hindernissen tegen om dat boek bij de mensen te brengen.

Ik heb bijvoorbeeld contacten gelegd op reis in Engeland. Dan heb ik iemand gevonden die heel goed thuis was in de onderwijswereld binnen zijn graafschap. Hij heeft me de contactgegevens gegeven van de centrale inkoopdienst van de scholen voor heel het graafschap. Daar zeiden ze: ‘Het is een heel goed boek, de scholen gaan geïnteresseerd zijn, maar wij mogen alleen maar werken via een centrale boekhandelaar. Je moet je boek daar aanbieden.”.

Dan hadden we weer hetzelfde probleem omdat we dan onvermijdelijk met verlies zouden moeten werken. Uitzonderingen werden niet toegestaan. Dan kun je je boek weer niet verkopen.

– Het zijn dus bijna constant dezelfde problemen om het boek te kunnen verdelen?

Ja. Je hebt specialisten nodig, maar die zijn niet altijd zo makkelijk te vinden. Je hebt ook niet altijd de middelen om dat te kunnen realiseren. 

6. Wat vindt u belangrijk om een boek zoals deze te maken en waar moet volgens u zeker op gelet worden?

Je moet het zeker uitgebreid laten testen. Je mag zeker niet denken dat je weet hoe het moet om voor blinde kinderen iets te maken. Zij moeten het zeker goed vinden.

Blinde kinderen zijn blind én zijn kinderen, dus als kind moeten ze het leuk vinden en als blinde persoon moeten ze het ook goed vinden. Als dan de slechtzienden ook bij je doelgroep horen, moet je hen er zeker ook bij betrekken.

Zij beslissen of het goed is.

Je moet de expertise hebben om op de juiste manier te werken. Zeker omdat het ook een duur project zal zijn en omdat je het niet zomaar kan herdoen als het niet goed wordt gevonden. Je hebt maar één kans.

7. Worden er veel tactiele boeken uitgegeven in België?

Ik heb daar geen precies zicht op, maar het zijn er niet zo veel.

Er zijn natuurlijk wel veel tactiele boekjes voor kleuters. Het gaat dikwijls over bijvoorbeeld een vacht van een dier dat je kan voelen. Met een beetje hulp van de ouder of de leerkracht gaat een blind kind daar wel iets aan hebben natuurlijk, maar die zijn natuurlijk niet zoals ons boek voor iedereen volledig toegankelijk.

De boeken die bestaan met grote letters zijn meestal voor oudere mensen omdat deze groep nu eenmaal groter is en dus commercieel haalbaarder. Boeken met grote letters voor kinderen zijn ook niet echt voor slechtzienden aangepast.  

– Het is dus ook een bepaalde niche binnen leeftijdsgroepen.

Ja. 

– Ik heb ook gemerkt dat blinde of slechtziende kinderen vanaf de lagere school heel weinig opties hebben hierin.

Ja, dat is zo. Dan heb je natuurlijk ook dat de blindenscholen en heel wat blinde kinderen Rare Snuiters gebruiken, maar dan natuurlijk vragen naar meer boeken. Ze vinden het fantastisch dat het op allerlei manieren werkt. Wij hebben al enorm veel subsidies moeten verzamelen om dat ene boek te kunnen maken, ons in allerlei verschillende bochten moeten wringen om dit te kunnen laten lukken en te verspreiden. Het is niet evident om zo een tweede boek te maken. Voor een tweede boek ga je geen subsidies meer krijgen.

– Het is dus vooral ook het productieproces dat veel kost en ook een enorm probleem is hierin.

Ja. Wij hebben nu al vijf drukken van dat boek. De vierde druk was volledig uitverkocht. Dus dat was eigenlijk heel positief. We hebben al denk ik een tweeduizend vijfhonderd boeken verspreid. Ofwel moesten we volledig stoppen, maar dat zou heel jammer geweest zijn want er was nog veel vraag naar, ofwel moesten we een vijfde druk laten maken maar dan merkten we dat we minimaal duizend boeken moesten laten drukken om de verkoopprijs realistisch te houden. Hoe minder exemplaren je laat drukken, hoe duurder het wordt.

We besloten toch voor een vijfde druk te gaan. Nu de hype een beetje weg is, moeten we natuurlijk meer moeite doen om het boek aan de man te brengen en blijf je met een grote voorraad zitten.

Als we in het begin hadden geweten dat er zo veel boeken verkocht zouden worden dan hadden we veel meer boeken laten drukken en was het minder duur geweest. 

8. Vind u dat het boek wat verouderd is in de loop van de tijd?

Door het thema van de dieren en de tijdloze waarde van de hoogstaande, kunstzinnige tekeningen van Freya is Rare Snuiters nog altijd, merken we, heel actueel. Alleen zou de reliëfdruk nu beter kunnen en is de CD, als drager van de audio, een beetje achterhaald. Het werkt natuurlijk nog altijd wel, maar tegenwoordig zou dat op een vlottere manier moeten kunnen.

– U zou dan liever in plaats van een CD een met een QR-code willen werken als u dit zou kunnen aanpassen?

Als we nog een boek of een nieuwe versie zouden maken, dan zou dat waarschijnlijk zo zijn. Dat is ook een beetje de trend, iedereen heeft tegenwoordig een smartphone en ook blinde mensen kunnen die heel vlot gebruiken. De trend is ook om in de plaats van verschillende nieuwe toepassingen te maken, te werken met wat een blinde of slechtziende persoon al heeft en dat is een smartphone in de meeste gevallen. Daar kunnen ze perfect mee werken en dat is zoveelmakkelijker. Dan moet je geen CD meer maken en die code kan je gewoon in het boek zelf drukken en dan is het op een bepaalde manier ook inclusiever geworden.

Als groot boekenliefhebber vind ik wel dat een boek op zich als klassiek object (op voorwaarde dat het goed, mooi, duurzaam en tijdloos is) de langste houdbaarheid heeft. Ondersteunende technologie die vandaag heel modern en wijd verspreid is, kan relatief snel voorbijgestreefd zijn. Een oud boek op de kop tikken, knap uitgegeven en met een sterke inhoud en/of prachtige prenten, kan voelen als een schat vinden. Maar meestal is het dan geen inclusieve schat, helaas… Daar ligt een enorme uitdaging. Het ideale concept moet nog gevonden worden. Het is alles behalve evident om zoals Louis Braille een universeel systeem uit te vinden dat zelfs na bijna tweehonderd jaar nog altijd standhoudt, zonder dat er ooit aan gesleuteld hoefde te worden!

Toch mag dat initiatieven niet tegenhouden! Er zijn er veel te weinig. Het is zoeken naar de beste (en een haalbare) formule voor wat je met je inclusief boek of project wil bereiken op welke termijn.

Wat sowieso altijd helpt bij zo’n onderneming, is passie!

Interview – 02-06-2021

E. D. S.

Op aanvraag van deze persoon is dit interview verwijderd.

Resultaten

De resultaten van de kleur proef survey. Bijlage 1 tot en met 5.

De resultaten van de de test bij doelgroepen. Test 1 tot en met 10.

Extra documentatie

In deze bijlage vind u mijn onderzoeksdocument terug. 

Mails

In deze bijlage vind u de mails terug. Omwille van de GDPR/privacy wet zorgde ik ervoor dat gevoelige informatie werd verborgen. Dit ook in samenspraak met de contactpersoon. 

Toevoeging in mails

In deze bijlage vind u de documenten toegevoegd in mails terug. 

Bijlage 1: CBB toevoeging van voorbeeld.